In 2015 werd de basisbeurs voor studenten afgeschaft. De overheid wilde geld bezuinigen en de afschaffing van de studiefinanciering leverde 800 miljoen euro op. Er kwam een sociaal leenstelsel voor terug. De afspraak werd gemaakt dat een groot gedeelte van het bespaarde geld in de kwaliteit van het onderwijs gestoken zou worden. Wat is nu het leenstelsel effect in 2019?
Doorstroming HAVO/VWO
Tegenstanders van het afschaffen van de basisbeurs vreesden dat aanzienlijk minder studenten zouden gaan studeren. Na de afschaffing van de basisbeurs constateerde het CBS dat er inderdaad minder HAVO leerlingen waren die doorstroomden naar de hogeschool. De doorstroming is het laagst in gezinnen met een laag inkomen. Studenten uit gezinnen met meer welvaart worden meer aangemoedigd om toch door te gaan leren. Hier is dus een verschil merkbaar. Het is weliswaar niet groot maar wel zichtbaar. De doorstroming van het VWO naar de universiteit daarentegen nam nauwelijks af.
Minder op kamers
Wel duidelijk merkbaar is de afname van het aantal studenten dat op kamers woont. Veel studenten blijven langer bij hen ouders wonen om een hoge studieschuld te vermijden. Van de studenten met een universitaire studie woonde 61% op kamers (binnen 1,5 jaar na aanvang van de studie). Nadat de basisbeurs werd afgeschaft daalde dit percentage naar 45%. Ook het aantal studenten van de hogeschool dat op kamers woonden daalde sterk van 23% naar 14% (bron CBS)
Studieschuld terugbetalen
Het kabinet nam het besluit natuurlijk ook omdat ze geld wilden bezuinigen. Ze wilde de rekening van het hoger onderwijs bij de studenten leggen omdat zij in de toekomst een goed salaris zullen verdienen en in staat moeten zijn hun studieschuld terug te betalen. Studenten krijgen hiervoor 35 jaar de tijd. Bovendien mag het aflossen van uw studieschuld tijdelijk stopgezet worden voor maximaal 60 maanden. Dit kunnen meerdere periodes zijn of in een keer van 60 maanden. In de terugbetalingsregels van 2018 wordt rekening gehouden met het inkomen. Alleenstaanden zonder kinderen starten met terugbetalen als ze meer dan het minimuminkomen verdienen (100% draagkrachtvrije voet). Degenen die niet alleenstaand zijn beginnen pas met terugbetalen op 143% van de draagkrachtvrije voet. De terugbetaling zal niet hoger zijn dan 4% van het inkomen boven de draagkrachtvrije voet. Studenten die in de toekomst een laag inkomen verdienen hoeven dus weinig tot niets af te lossen.
Levenlanglerenkrediet
Voor mensen tussen de 30-55 jaar die zich willen om- of bijscholen heeft de overheid het Levenlanglerenkrediet in het leven geroepen. Men kan maximaal 10.000 euro per jaar lenen voor erkende opleidingen aan een HBO of universiteit. De volledige HBO opleidingen met stage van de LOI en NTI zijn wettelijk erkend. De studieschuld mag in 15 jaar afbetaald worden tegen een gunstige rente.
Opleidingen met subsidie gestopt
Een aantal opleidingen kent een grote vraag naar personeel zoals leraren, maatschappelijk werk en dienstverlening en verpleegkundigen. De overheid gaf nog niet zo lang geleden tot 10.000 euro subsidie aan studenten die een opleiding volgen waar veel vraag naar was. Ook bij een thuisstudie kon je in aanmerking komen voor zo’n subsidie. In november 2020 werd de subsidiekraan dicht gedraaid.
– Leraar worden (PABO, Engels, Nederlands, Wiskunde)
– HBO opleiding verpleegkundige, SPH en MWD
– HAVO diploma voor volwassenen
– VWO diploma thuisstudie